“Een mens leeft drie levens.
Het eerste leven eindigt met het verlies der naïviteit.
Het tweede met het verlies van de onschuld.
En het derde met het verlies van het leven zelf.
Geen enkele van deze levens kun je ontwijken.”
(Adam alias de oudste Jonas, “Dark” S02-E05)
Soms voel ik me zo anders,
zo verloren en bizar.
Alsof ik hier niet thuishoor,
ik ben de wir in alle war.
Maar ik ben nog steeds dezelfde,
en toch niet gelijk als toen.
Alsof ik hier al eeuwig was,
Nog vóór mijn eerste zoen.
Nog vóór ik één stap maken kon,
was alles al bepaald.
Nog vóór ik aan de reis begon,
de doelen al behaald.
Wáárom ben ik hier?
Ben ik een paard of een pion?
Spring ik zelf of word ik gespeeld,
ben ik agent? Of toch spion?
Het hele universum is
een kluwen, een grote knoop.
Geen uitweg of ontwarring.
Die loop neemt wéér zijn loop.
Er zijn seconden die altijd blijven
soms blijft de pijn maar zeuren.
Ik te zijn, eer ik ik ben geweest,
kan niet; alleen ik open mijn deuren.
Was ik ooit ik en jij al eerder jij?
Zal ik, of heb ik al gedaan?
Zul jij, of kun je nog niet?
En heb ik al genoeg bestaan?
Wanneer is het begin van iets?
En vraag ik naar het ei?
Wanneer ben ik eindelijk ik,
was jij misschien nooit jij?