“Is dit een grap?” informeer ik door de telefoon.
“Nee, geen grap,” hoor ik aan de andere kant. “Het water in de uiterwaarden zal onherroepelijk stijgen. Dus uw caravan zal onder water komen te staan. Het is enkel nog een kwestie van tijd. U zult uw caravan echt vandaag nog weg moeten halen. Het liefst zo snel mogelijk. Morgen staat alles hier zeker blank.”
Ik hap even naar adem.
“Maar ik sta er net! Heeft U enig idee hoeveel moeite het mij heeft gekost om alles op te bouwen?”
Het blijft stil aan de andere kant.
“En ik zou niet weten hoe ik zo snel hulp kan inschakelen,” ratel ik door. “Mijn broer werkt, mijn ex is op vakantie, mijn zoon zit vandaag de hele dag op school. En alle buurmannen zijn ziek, zwak en…”
Mijn stem zwakt ook een beetje af.
“In mijn eentje gaat dat nooit lukken!” piep ik zielig.
Een half uur later rijd ik over de camping. Tot overmaat van ramp valt de motor van mijn auto stil, precies op het pad waarlangs iedereen straks moet vertrekken. Schuin bovenop een flinke heuvel ben ik gestrand. Terwijl ik de waterlanders voel opkomen, kijk ik naar beneden waar de donkere waterspiegel in hetzelfde tempo stijgt.

Voortent moet weg (bron: eigen foto Terra)
Maar dan zie ik mijn buurman sjouwen met een anderhalve meter hoge tuinkabouter, die al wekenlang gruwelijk mijn uitzicht op de camping staat te verpesten. Mijn stemming verbetert meteen aanzienlijk.
Ik besluit de ANWB te bellen.
“Nou ja, ik sta hier bovenop die heuvel voorlopig wel droog,” meld ik de telefoniste wanneer ze vraagt naar de ernst van mijn situatie. “Bovendien ben ik er nog wel even want ik ga de voortent afbreken.”
De stemming op het veldje is grimmig. Aanhangers, boottrailers en overdreven grote, luxe Duitse auto’s staan kriskras door elkaar op het kampeerveld geparkeerd. Overal worden tenten afgebroken, boten uit het water gesleept en zelf gefabriceerde afrasteringen weggehaald. Het onderling gebekvecht om een paar centimeter extra kampeergrond blijkt achteraf tevergeefse moeite te zijn geweest, nu het water gulzig bezit neemt van het land.
Ik besluit om me vooral nergens meer druk over te maken en sla het tafereel geamuseerd gade. Velen hebben versterking gekregen van vrienden of familie. Na een uurtje rijdt de eerste auto met een aangekoppelde caravan voorbij. Dat hebben ze wel heel erg snel gedaan, bedenk ik lichtelijk jaloers. Achter het stuur manoeuvreert een tiptop verzorgde vrouw parmantig een onwaarschijnlijk grote caravan richting uitgang. Op haar auto prijkt een Duits kenteken.

“Buurman” beent rond mijn auto (bron: eigen foto Terra)
Hmm, eens kijken wanneer ze in de gaten krijgt dat ze er niet door kan, bedenk ik met een licht leedvermaak. Pas wanneer de neus van haar auto bijna de voorkant van de mijne raakt, trapt ze plotseling stomverbaasd op de rem. Woedend stapt ze uit.
Inmiddels heeft zich achter haar caravan een kleine file van andere vertrekkende caravanbezitters gevormd. Ook zij stappen uit om de dijk van verontwaardiging te verzwaren. Mijn buurman beent met grote stappen om mijn auto. Zijn vrouw, die vanaf dichtbij ineens beangstigend veel op de tuinkabouter lijkt, bemoeit zich er ook mee. Buiten zinnen van woede schreeuwt ze me onverstaanbare verwensingen toe. Een stormvloed van verwijten spoelt in mijn richting.
“Kaputt!” verklaar ik me nader en slenter rustig verder richting receptie, waar de ANWB-hulpverlener me inmiddels opwacht.
“Er staat een groep ongeduldige en schreeuwende Duitsers op u te wachten,” verwelkom ik de ANWB-man. Proestend leg ik hem de situatie uit.
Het blijkt een leuke man te zijn met – gelukkig – een groot gevoel voor humor.
“Sjonge, je zou toch verwachten dat mensen in deze Corona-tijd wel iets geduldiger zijn geworden?” vraagt hij zich verwonderd af.
Wanneer we samen het rampgebied naderen, wordt de monteur al vanaf een afstand toegeschreeuwd dat hij de auto zo snel mogelijk dient te verwijderen.
Maar hij wordt er niet koud of warm van.
“Ik stel voor om de auto eerst helemaal goed na te lopen. Tenslotte ben ik hier om de auto te repareren, toch? Wegslepen kan altijd nog.”
Lachend wisselen we een blik van verstandhouding.
“Zal ik dan maar eens beginnen met het controleren van het waterreservoir?” stelt hij me grijnzend voor.

bron: pixabay.com 123222