“Ik weet het niet hoor, maar de laatste tijd ziet hij er zo onverzorgd uit,” klaagt mijn vriendin over haar vriend. “Bovendien stinkt hij ook nog eens als een otter.”
“Tja,” reageer ik laconiek, “de meeste mannen zijn gewoon enorme viespeuken. Alleen wanneer ze zin in seks hebben, willen ze nog wel eens onder de douche stappen.”
“Toch is het vreemd,” peinst mijn vriendin. “Tot voor kort douchte hij iedere avond, voordat we gingen slapen. De laatste tijd gebeurt dat eigenlijk nog maar zelden…”
“Wil hij het gasverbruik verminderen of zo? Of misschien is hij jullie relatie beu?”
“Nee, joh. Dat denk ik niet. Het gaat nog steeds prima met ons. Gisterenavond hebben we nog heerlijk samen gevreeën!”
“En? Had hij gedoucht?” informeer ik zo luchtig mogelijk.
“Nee, weer niet.”
“Jakkes,” ontglipt me zomaar.
“Gelukkig ben ik momenteel verkouden,” voegt mijn vriendin er haastig aan toe.
“Misschien moet je het hem op de man af vragen,” geef ik mijn vriendin als tip, “waarom hij de laatste tijd meurend zijn bed in wil duiken?”
Wanneer ik haar een week later weer spreek, komt het onderwerp meteen ter sprake.
“Nou, het is opgelost, hoor,” lacht ze stralend. “Hij begon er zelf over. Gisterenavond lagen we in bed, en toen vroeg hij of hij even met me kon praten.”
“Ben benieuwd? Laat me raden, hij wil wat vunziger gaan experimenteren? Plasseks, poepseks of dirty talk, misschien?”
“Nee, natuurlijk niet,” lacht mijn vriendin, ”maar het had inderdaad wél met seks te maken.”
“Oh?”
“Hij zei letterlijk: ‘schat, ik ben bang dat je denkt, wanneer ik ’s avonds onder de douche stap, ik daarmee een sein probeer af te geven dat ik wil seksen. En ik wil niks opdringen, want dat zou als een vorm van seksuele intimidatie kunnen worden beschouwd, snap je wat ik bedoel?’”
“Hè?! Seksuele intimidatie? Jullie zijn toch al zeker 10 jaar bij elkaar?”
“Ja, klopt. Maar blijkbaar is hij erg onzeker geraakt door al die berichten over seksuele intimidatie en grensoverschrijdend gedrag in de media. Hij is doodsbang geworden dat hij grenzen overschrijdt door per ongeluk verkeerde signalen af te geven.”
“En eigenlijk snap ik dat ook wel, hoor,” ratelt mijn vriendin door, “mannen raken van slag. Ze weten ook niet meer wat er nu precies onder ‘ongewenst’ en ‘grensoverschrijdend’ wordt verstaan en wat niet…”
“Maar douchen?” reageer ik stomverbaasd. “Dat heeft daar toch helemaal niets mee te maken?”
“Dat lijkt misschien zo, maar bekijk het eens op een andere manier. In principe is fluiten ook geen vorm van seksuele intimidatie. Een vogel fluit de hele dag zonder in de problemen te raken en natuurlijk mag je zelf best een deuntje fluiten, gewoon omdat je je vrolijk voelt. Maar wanneer er toevallig een vrouw voorbij loopt, ben je dus mooi strafbaar!”
“Wanneer ik het dus goed begrijp, zou dat betekenen dat mannen, die vaak douchen, eigenlijk smeerlappen zijn? Omdat ze daarmee zouden insinueren dat ze seks met hun partner zouden willen hebben?”
“Precies!”
“Nou, dan kan ik hem geruststellen, hoor. Dat is complete onzin.”
“Hoezo?”
“Vrouwen en mannen worden juist vooral aangetrokken door de lichaamsgeur van hun partner,” leg ik uit. “Dus dat zou in theorie betekenen, hoe minder vaak je doucht, hoe groter de seksuele aantrekkingskracht is.”
“Oh echt? Nou gelukkig, dat verandert de zaak,” zucht mijn vriendin opgelucht.
“Ja joh, weer een zorg minder. Bovendien, wist je dat 78 procent van de Nederlanders de douche schoonmaakt tijdens het douchen? Dus terwijl hij de muren, kranen en het putje een flinke beurt geeft, is de kans groot dat jij ondertussen al lang en breed in slaap bent gesukkeld.”

bron: pixabay.com 979980