
bron: pixabay.com (763731) – credits: FirmBee
Ik was ooit, in een ver verleden, een zeer fervent Facebooker. Ik vond het leuk. En fijn. Vooral omdat Facebook mij, als inwoner van Oostenrijk, een prachtig platform bood om in contact te blijven met iedereen in Nederland die me na aan ’t hart ging. Maar óók omdat Facebook het enige relevante podium voor mijn (non-commerciële) schrijfsels was; lezerspubliek. Eerlijk is eerlijk.
Liever nietszeggende postings
Die laatste reden werd met de herstart en mijn redacteursschap van HoeVrouwenDenken (2016) zo mogelijk nog belangrijker. Media als Twitter zijn wat dat betreft totaal waardeloos (geen doorklik-ratio).
Maar ja, dat podium is door Mark en consorten inmiddels allang vakkundig gesloopt. Als je stukken van een pagina één op één deelt, worden die door niemand gelezen. Echt niemand. De algoritmen zorgen ervoor dat gedeelde content zo goed als niet in persoonlijke timelines voorkomt. Foto’s met korte, begeleidende (en nietszeggende) tekstjes wel. Blogs niet. En dus worden gedeelde blogs ook niet gezien. Post je de inhoud, de tekst, integraal met een plaatje erbij, is het meteen een heel ander verhaal; dán wordt het wel gezien.
Logisch ook: Facebook wil niet dat mensen doorklikken op links (en daarmee Facebook verlaten). Maar met de ‘verbetering’ van die algoritmen was mijn hoofdreden om persoonlijk actief op Facebook aanwezig te zijn en zo veel mogelijk mensen als ‘vriend’ te accepteren, ook verdwenen. Echter: als je persoonlijk minder actief bent, wordt alles wat je deelt en post óók weer minder gezien. En vooral: zelf zie je al die anderen eveneens niet meer. En wat heb je nou nog aan ‘vrienden’ die je nooit spreekt, niet ziet, die ook niet in jou geïnteresseerd zijn en wier naam je niet eens (her)kent? Juist. Niks.
De bezem door de vriendenkast
Daarom ging ik onlangs toch maar eens met de bezem door mijn vriendenkast. Dat had ik een tijd geleden al een keer gedaan (van ca. 1500 Facebook-luitjes naar ca. 1000) en nu dus weer. Nog eens 150 verzamelde non-bekenden eruit.
Ik schreef daarover netjes een berichtje:
“Huishoudelijke mededeling: ik ben maar eens begonnen met een grote FB schoonmaakbeurt. D.w.z. alle “vrienden” gedelete wier namen me echt helemaal niets zeiden of die – bij ’t leven – hun account al sinds een eeuwigheid gedeactiveerd hebben. Ben nog niet helemaal klaar, maar mocht je je nu al zeer onterecht verwijderd voelen, mag u natuurlijk gillen. Niet dat dat wat uitmaakt, maar goed. En niet dat dit ook maar iemand interesseert, maar nou ja. Leek me wel zo netjes om ’t even te melden. Doei!”
En daaronder een lieflijke même van een gedag zwaaiende Marilyn Monroe.
Enfin. Dat berichtje maakte nogal wat reacties los. Ik schreef het echter niet, omdat ik nu groots wilde verkondigen dat ik weer eens onder schoonmaakwoede leed en mijn Facebookkring drastisch wilde verkleinen. Ik schreef het omdat ik de mensen die ik gedelete had, de reden voor de ontvriending enigszins wilde verduidelijken.
onsociaal of toch asociaal?
Daarop kwamen wederom reacties als: “Maar die mensen zien het dan toch niet meer?” Ik ging echter uit van mijn eigen situatie en manier van denken. Zo werd ik laatst ontvriend door iemand die ik zeer waardeerde en waarmee ik al heel lang (jaren!) bevriend was. Dankzij de browser add-on FBP zie ik dat soort (ontvrien)dingen redelijk snel en ik ben dan ook altijd zeer benieuwd naar de reden. In zulke gevallen kijk ik eerst op ’t profiel van diegene; misschien gewoon zo’n algehele opruimactie? Of toch een speciale reden? Is er iets gebeurd? Staat daar niks, dan vraag ik soms zelfs in een privéberichtje of ik misschien iets fouts of kwetsends gezegd heb; ik leer namelijk graag van mijn fouten.
In dit geval was de reden dat ik nooit op die persoon reageerde en dat zij er dus vanuit ging dat ik niet langer geïnteresseerd was in haar. Wat niet klopte, maar bij 1000+ vrienden verlies ik simpelweg het overzicht. Ik voelde mij vrijwel direct een behoorlijk onsociaal figuur (niet per definitie asociaal; da’s toch weer iets anders – denk ik). Ik zie gewoon zo ontzettend veel niet (meer), omdat ik zelf beduidend minder actief ben. En dan zou ik dus bij allerlei mensen actief en direct op hun profiel moeten gaan kijken, omdat Facebook me enkel nog die mensen voorschotelt, waar ik ooit wel eens op reageer(de) of die zelf een duidelijk interesse in mij tonen. Maar bij meer dan duizend vrienden wil er dus wel eens iemand bij inschieten. Iets met de kip en het ei.
Algoritmeslachtoffer
Ik ben dan ook niet doelbewust gedesinteresseerd, maar eerder algoritmeslachtoffer. Dat was dan ook weer de hoofdreden dat ik mijn kring nog verder probeerde te beperken; meer overzicht. Die andere, eerdere maar nu ‘ontvriende vrienden’ vergaat het namelijk zeer waarschijnlijk precies zo: ze zagen mij niet en om nu direct op ’t profiel te gaan kijken van iemand die je niet eens kent…
De hoofdmoot van de weggevaagden bestond overigens uit mannen mensen met 4000+ vrienden, waarvan ik gevoegelijk mag aannemen dat zij enkel ‘vrienden’ verzamelen om zo op de een of andere manier hun eigen populariteit te kunnen accentueren. Zo van: “Kijk mij eens een hoop vrouwen vrienden hebben!”
Allemaal mensen die ik ooit als mogelijk lezerspubliek geaccepteerd had, maar die ik nog nooit had gesproken en waarvan ik zelf ook nog nooit maar één reactie gekregen had. Pure vriendenverzamelaars voor ’t strelen van de eigen ego. Namen die mij werkelijk totáál niets zeiden. Díé vlogen er dus uit.
“Blij dat ik er nog ben!”
Naast de vragende comments waren er ook nog eens heel veel mensen die blij riepen dat ze “er nog waren”, dat ik hen er niet uitgegooid had. Reacties als: “Joepie, ik heb deze ronde overleefd!” of: “Hey, fijn, ik ben er nog!” of: “Jaaa, ik mag blijven!” (of ook: “moet ik nu op sollicitatiegesprek?”).
Fijn dat zij met zoiets kleins al blij kunnen zijn, maar daar ging het me dus óók niet om. Waarom zou ik mensen ontvrienden die ik wél ken, al is het maar van naam en puur online? Ik heb ook een hoop familie in mijn vriendenlijst, terwijl ik hen op Facebook echt nóóit spreek (of zie). Maar in real life wel (hooguit één keer per jaar, maar toch). Betekent niet dat ik gedesinteresseerd ben.
Het overgrote deel van mijn online vrienden bestaat dus uit mensen die ik érgens van ken. In tegenstelling tot de “eruitgegooiden”. Eigenlijk wil ik terug naar maximaal 200 Facebookvrienden en -bekenden, zodat ik weer enig overzicht krijg. Maar dan moet ik nog eens zo’n 650 mensen deleten. En dat wil ik niet, want a) kan ik niet kiezen, en b) wil ik niemand die ik ken (!) kwetsen. Gevolg: ik heb nog steeds geen overzicht.
Sociaal wig
Wat ik eigenlijk met dit hele relaas wil zeggen: in feite zijn we allemaal algoritmeslachtoffers van Facebook. We zíén elkaar allang niet meer, puur omdat Facebook dat zo wil. Reageer ik iets te lang niet op jou? Kom jij niet meer voor in mijn timeline of meldingen. Reageer jij iets te lang niet op mij? Zie je mij ook niet meer. Ik snap die jongelui wel, die niet eens meer aan Facebook beginnen. Wat moet je er nog? Facebook is voor ouwe zakken en wijven.
En zo drijft het algoritme een wig tussen voor Facebook ongewenste, niets opleverende sociale interactie en definieert code de intensiteit van onze online vriendschappen. En nu weet ik niet eens meer of ik überhaupt nog op zo’n asociaal platform wil zitten. Ik heb immers al genoeg slachtofferrollen om uit te kiezen.