
bron: eigen foto (YA)
“De dagen rijgen zich als blanke kopieën aaneen.” Deze zin las ik ooit ergens in een roman. En nu schiet het zinnetje me zomaar ineens weer te binnen, wanneer onze kat over de printer loopt en met zijn poot de start knop raakt. Tegenwoordig is hij wat onrustig en print hij dagelijks zelf een paar lege pagina’s.
Ik pak de vellen papier, die zojuist uit de printer zijn gegleden en stop ze er maar weer opnieuw in. De eens zo poëtisch klinkende zin “de dagen rijgen zich als blanke kopieën aaneen” omschrijft nu de ontluisterende werkelijkheid. Het bewijst maar weer eens, dat romantiek altijd maar van korte duur is.
Het afgelopen jaar bestond uit een pak ongebruikt kopieerpapier, dat nog ergens op een plank was blijven liggen. Door alle beperkende Corona-maatregelen leek iedere dag ineens hetzelfde. Bladzijden die, in afwachting op de steeds uitblijvende levering van nieuwe inkt, nog geprint moesten worden.
Onverwachts maakt mijn printer een ratelend geluid. Mijn kat schrikt ervan en maakt een ongecontroleerd sprongetje. Met een plof belandt hij midden op mijn bureau. Terwijl hij soepel over het toetsenbord loopt, typen zijn poten een reeks willekeurige letters, die samen een onleesbaar woord vormen.
“Maak de zoektermen algemener,” adviseert Google behulpzaam.
“Versoepelingen,” typ ik in een opwelling.
Maar mijn zicht op eventuele versoepelingen wordt verlengd met een paar willekeurige leestekens zodra de kat weer terugloopt over het toetsenbord.
“Je zoekbewerking “versoepelingen -;)))O” heeft geen overeenkomstige documenten opgeleverd. Probeer andere zoektermen,” lees ik.
Maar voordat ik weer een poging kan wagen om iets leesbaars te typen, heeft hij zich al weer omgedraaid. Net zo behendig als onze overheid krabbelt hij nog meer onduidelijkheden achter mijn zoekterm.
Data voor versoepelingen werden door de overheid telkens weer naar later verschoven. Afspraken werden afgezegd en gemaakte beloftes werden op het laatste moment verbroken. Wanneer ik in mijn agenda blader, staan er nauwelijks gemaakte afspraken in. De dagen gingen open en dicht. Vaak bleef mijn agenda wekenlang op dezelfde pagina open liggen.
Maar sinds het aanbreken van de lente willen we weer naar buiten. Op zoek naar licht en warmte.
Gebukt onder seizoensgebonden krolsheid, die vooral ontwaakt in het voorjaar, staan we trappelend met ons achterwerk omhoog om elkaar eindelijk weer eens te kunnen ontmoeten. Klagend miauwend betreuren we ons gevangenschap. We worden steeds rustelozer en ongeduldiger. Als kirrende, krolse katers (of gewoon als K3), miauwen we steeds luidruchtiger om onze vrijheid weer terug te krijgen en bepleiten we de mogelijkheid om in de donkere nacht weer eens naar buiten te kunnen glippen.
En zie… Eindelijk! De overheid geeft gehoor aan ons krabben aan de krabpaal. Binnenkort mogen we weer naar buiten, zodra de schemer invalt. Langzamerhand zullen de maatregelen gaan versoepelen. Onwennig en extra aanhalig rollen we richting onze vrijheid.
De vrijheid wordt ons op een presenteerblaadje aangeboden. Gedoseerd. Stap voor stap. Want het is natuurlijk niet de bedoeling dat we allemaal tegelijkertijd de straat op gaan. We zullen ons zeer gedisciplineerd, één voor één, met vooral veel ongemak, door dat vreselijke nauwe kattenluik moeten wurmen. Want mócht de overheid weer willen terugkrabbelen, dan kan zij zo tenminste te allen tijde met behulp van een simpel schuifje het luik weer heel gemakkelijk op slot draaien.