In afgelopen tig jaren heb ik een tent met allerhande kampeergerei – en de nodige luxe die je je daarmee kunt permitteren – bij elkaar verzameld. En dus bekijken we ieder jaar in het voorjaar opnieuw waar we nu weer eens heen zullen gaan in de zomervakantie. Alles binnen een straal van 1500 kilometer wordt uitvoerig bekeken en als optie genoteerd, om vervolgens gewoon weer, zoals elk jaar, op dezelfde camping in Nederland uit te komen. Want, te ver. Te duur. Te weet ik wat voor excuus. Nu is onze Hollandse camping echt fantastisch, hoor. De meiden vermaken zich er uitstekend. Zat te doen. Vele vrienden gemaakt. Maar ook altijd kutweer.
Elk-jaar-weer-baggerweer! Boek ik twee weken van te voren met de voorspelling stralend, draait het weer toch nog om en zitten we klappertandend met onze campingkachel onszelf te beloven dat we volgend jaar toch écht naar het buitenland gaan of absoluut last minute boeken.
Nu is dat buitenland reizen voor mij wel een dingetje. Ik heb mijn dochters altijd gezegd dat ik het nogal wat vind om in mijn eentje met twee jonge meiden de grens over te rijden, maar eigenlijk ben ik gewoon bang dat ik de weg niet kan vinden. Ik raak al in de stress van een ritje Utrecht. Navigatie is ook niet mijn vriend. Ik ben nog net niet van de “sla hier linksaf” reclame, maar het komt in de buurt. En vliegen paste ook niet in mijn alleenstaande-moeder-budget. Dus zochten we maar weer het bekende.
Nu heeft mijn oudste dochter sinds een klein jaartje dikke verkering en de überverliefde tiener kwam thuis met de mededeling dat zij van de zomer mee mag met haar vriendje Luuk en zijn ouders naar het buitenland.
“YES! Eindelijk!” joelde ze. “Twee weken all-inclusive naar een parasollenland, ohw yeah!
Het bleek echter nog niet zo heel gemakkelijk, want met “gescheiden” ouders (vader heeft inmiddels ook een nieuwe relatie met bonuskinderen) en “maar” zes weken zomervakantie rekening houden met nóg een gezin, dat viel niet mee. Want kind wilde dan toch ook eigenlijk wel met mama mee. En toch ook eigenlijk wel met papa. Daarnaast willen beide meiden liefst de laatste vakantieweek thuis zijn. Dus na veel gesteggel dachten we het nu goed verdeeld te hebben: twee weken met papa weg, twee weken gaat Sophie met Luuk en z’n ouders weg en ik met Roos. Rest mij dus nog één week met z’n allen. En die laatste week thuis.
“Oké, dan gaan we de eerste week met ons drietjes kamperen en dan gaan Roos en ik nog een weekje naar Griekenland in de tijd dat jij met Luuk en zijn familie weg bent,” opperde ik enthousiast. Leek mij een prima oplossing. Sophie vond het wat minder geslaagd.
“Wat? Voor ’t eerst naar het buitenland en dan zonder mij?”
“Euh, ja? Jij gaat toch óók naar het buitenland? En nu ik fulltime werk en er we dan maar met z’n tweeën op reis gaan in plaats van met drie, kan ik met Roos samen ook eindelijk eens naar de zon vliegen.”
“Ja, maar jullie mogen niet vliegen zonder mij, want als jullie neerstorten heb ik niemand meer.” Sophie kijkt er dramatisch beteuterd bij.
“En jij dan? Jij gaat toch ook vliegen? Als jij dan neerstort?”
“Je hebt twee dochters, hè. Dan hebben jullie elkaar toch nog!”
Dat ze ook nog een vader heeft, en ooms en tantes, maakte in deze discussie geen verschil. In dit huishouden zou ze dan niemand meer hebben. Ik heb nog even getwijfeld, maar toen begon Roos.
“Ik vind jou heel lief hoor mam, maar zonder Sophie vind ik naar het buitenland gaan ook niks aan. Ik wil dan liever naar onze eigen camping.”
“Dat kan niet, Roosje [mijn jongste blijft klein voor mij], want die is al vol geboekt,” probeerde ik nog. Maar daar nam ze geen genoegen mee. Roos ging zelf kijken. Er is nog plek, gilde ze. Dat die plekken de basic plekken zijn, waar we maar weinig stroom hebben en geen water, boeide haar niet. Boek dan nu meteen mam, anders is die straks ook weg.
En dus heb ik drie weken geboekt. Zonder enige voorkennis van het weer. Wéér naar dezelfde camping en nu op een plek waar de kachel niet eens aankan, zo laag is de ampère. Maar het mooie van dit alles: nu kunnen we elkaar van de zomer tenminste weer in geuren en kleuren beloven dat we dit echt nóóit meer gaan doen. Wel zo vertrouwd.

bron: pixabay.com 691424