Heb ik het nou zo slecht geschreven, of lezen mannen net zo Oost-Indisch als dat ze luisteren? Ik heb in al mijn ijverigheid, als leidraad, door de jaren heen een complete handleiding geschreven over hoe met mij om te gaan in het dagelijks gebruik.
Waarschuwingstekens op voor- en achterzijde. Bouwtekening inclusief onderdelen op maat én in rangorde geïndexeerd, alsmede een duidelijk stappenplan in het geval van calamiteiten. Dit alles in zeven talen. Gelamineerd. Ook nog. Had het nut? Zip. Zero. Nada.
Man leest het niet.
Man leest nooit een gebruiksaanwijzing.
Die pakt gewoon blind het hele zooitje op, trekt de verpakking eraf en gaat ermee aan de slag, om er bij inspectie van het resultaat verbluft achter te komen dat er allerhande onderdelen over zijn. Vervolgens heeft hij geen idee waar het resterende delen hadden moeten zitten. Gevolg: een instabiel product, dat weer uit elkaar moet. De volmaakt voorgevormde gaten zijn hierdoor al enigszins uitgehold, wat maakt dat het eindresultaat nooit meer zo stevig is, als wanneer het meteen goed was geassembleerd.
Een man die van zijn fouten leert, wil dan nog wel eens in de grote Bijbel der Vrouwen beginnen te lezen, maar haakt ook al even snel weer af. Maar ach, laat ik dan ook eerlijk zijn; de ontwikkelingssnelheid is ook werkelijk niet bij te houden. Niet in het tempo waarmee de inhoud vrijwel dagelijks geredigeerd en geüpdatet wordt. Niet eens voor mezelf.
Met dit in het achterhoofd, vraag ik me dan ook ernstig af waarom ik dan toch telkens weer moeite doe tot het herschrijven van mijzelf. Resultaten uit het verleden hebben immers reeds onweerlegbaar aangetoond dat ze geen garantie zijn voor de toekomst.
Man wíl niet heel veel informatie.
Man wil doen.
Man ziet, hoort, voelt, ruikt en gaat in standje oplossingsgericht.
Een voorbeeld: Waarom zeg ik dat ik een eerlijke man wil (Hoofdstuk 1, pagina 1 t/m 17 – roodomrand)? Ik wil helemaal geen eerlijke man! Ik wil dat hij me niet belazerd en geen ander neukt (korte samenvatting van de inhoud van voornoemd hoofdstuk). Voor de rest: LIEG… Keihard. Met een stalen gezicht. Alsjeblieft?
“Hoe staat dit jurkje schat? Kan het wel, ondanks die paar randjes?” Ik vind zelf van niet, anders vraag ik het niet, maar verwacht vervolgens wel het onmogelijke. Eigenlijk verwacht ik alles, behalve eerlijkheid. Wat dat alles dan omvat, daar ben ik ook nog niet over uit, want eigenlijk is bij nader inzien sowieso geen enkel antwoord juist.
Man kijkt te lang alvorens te antwoorden…
“Laat maar, hoe moeilijk is het om meteen enthousiast te reageren?”
Man kijkt te kort alvorens te antwoorden…
“Laat maar, je kéék niet eens. Hoe bedoel je, ongeïnteresseerd?”
Man kijkt goed en reageert met een compliment (iets met ezel en steen)…
“Hm. Kweenie. Ik doe toch even iets anders aan.”
Maar wat dan wél een goede manier van reageren is, dat ligt ook weer geheel aan mijn cyclus. Of het weer. Of de kinderen lief waren, collega’s die dag meewerkten en of ik mijn fijnste ondergoed draag. Tja, en dat zijn wel heul veul Bijbelse artikelverwijzingen. Dat gaat geen enkele vent lezen. Ik ben zelf eigenlijk ook al gestopt na twee keer doorbladeren. En dus besloot ik om het dan maar helemaal op te geven. Mijn gebruiksaanwijzing kondigde haar aftocht aan en de meedogenloze tanden van de shredder deden de rest. I quit!
Wat een verademing.
Ik heb herlezen en herschreven. Dagen lang herkauwd en geslikt, om uiteindelijk al het noodzakelijke samengeperst te zien op de welgeteld 81 vierkante centimeters van een notitieblaadje. Kleur is niet belangrijk (zien ze ook niet). En zie daar. Mijn nieuwe gebruiksaanwijzing. Mijn mantra der mantra’s. In de taal der talen. Zelfs te graveren in de luttele centimeters van een trouwring. Of nog beter. Getatoeëerd. In het zwart. Vetgedrukt over de hele lengte van mijn middelvinger. Hier!