De eerste veertig van de honderd-dagen-geen-alcohol-challenge zitten er voor vriendlief bijna op. Tot nu toe valt het mij niet tegen. Ik heb hem nog maar één keer horen zeggen: “hier had eigenlijk een biertje bij gehoord…”
Misschien heeft hij het wel veel vaker gedacht, maar daar heb ik niks van gemerkt.
Van zijn afkeer van alcoholvrij bier is weinig over. Bij de eerste slok, ruim anderhalve maand geleden, was het nog overduidelijk dat hij het niet te drinken vond. Nu trekt hij ’s avonds met gemak een 0.0-tje open, gaat er mee op de bank zitten en lijkt te genieten. De flesjes water met een smaakje waren de eerste week niet aan te slepen, maar blijven nu wat langer staan.
De regels zijn wel iets soepeler geworden. Ik heb behoorlijk wat tijd doorgebracht in de slijterij met het bestuderen van de etiketten. Alcoholvrij bleek namelijk niet altijd helemaal alcoholvrij. Er zit in de meeste flesjes wel een beetje alcohol. Minder dan 0.5%, maar toch het is alcohol. Dit beperkte de keus ontzettend. Het was geen doen. Dus is dat ietsje aangepast. Alle biertjes die minder dan een half procent alcohol bevatten mogen nu.
De meeste mensen weten het en houden er rekening mee. Als we ergens op visite gaan, staat er meestal speciaal voor hem een goedgekeurd drankje klaar. Daarna wordt de voortgang besproken. Hij vertelt dat er wat kilo’s af zijn. Dat hij meer slaapt én veel beter. Dat zijn wallen zijn verdwenen. Dat hij in het begin heel moe was en nu meer energie heeft. En vooral dat het eigenlijk reuze mee valt. Als reactie hoor ik meestal gesnuif en zie ik ze denken: hij liever dan ik.
Sommigen verklaren hem hardop voor gek.
En juist daardoor houdt mijn vriend tot nu toe stand. Ik ken hem: hij is eigenwijs. Hij zal die honderd dagen vol houden. Hij zal laten zien dat hij het kan. Hoe vaker hij een biertje afslaat en niet toegeeft aan “doe toch niet zo flauw, eentje kan toch wel”-reacties, hoe makkelijker het gaat.
Althans zo doet hij het voorkomen. Ik denk dat hij zijn biertjes wel mist. Ik zie hem soms verlekkerd kijken naar de speciaal-biertjes van anderen. Hij heeft een app op zijn telefoon die de dagen aftelt. Dat zegt toch ook iets. Puur op wilskracht gaat hij het vol houden tot vlak voor de kerst. Dan mag hij weer.
De overwinningsfeestjes zijn al gepland. Hij gaat het druk krijgen, heel druk. En zijn lever ook.