Mijn zoon houdt van lekker eten. Dat wordt in onze familie doorgegeven van generatie op generatie. Een tijd geleden had ik hem een Bossche Bol beloofd. Ik weet niet meer wat de gelegenheid was, maar gisteren was ik in de buurt van Jan de Groot, dus wipte ik even binnen.
Voor mensen die niet bekend zijn met Bossche Bollen (HOE DAN!?), ik leg het even heel simpel uit. Een Bossche Bol is alleen een echte Bossche Bol als hij van banketbakkerij Jan de Groot komt.
Alle andere bollen, noemen we chocoladebollen. Nep dus. Je mag ook niet de naam Bossche Bol gebruiken als je een bakker bent en chocoladebollen verkoopt. Mits je ze dus bij Jan de Groot afneemt. Is echt een dingetje hier in ‘s-Hertogenbosch, zeg maar.
Een Bossche Bol – ook wel ‘sjeklade-bol’ genoemd – is een hele grote soes, overgoten met heerlijke chocolade. Voor mij een no-go qua etensintoleranties, maar ik snap helemaal dat men ervan geniet. Zo ook dus mijn zoon. Dat ging ongeveer als volgt:
Hij: Oh leuk, wat dan?
Ik: Het is maar iets kleins hoor..
Hij: Iets kleins is ook leuk!
Ik: Kijk!
Hij: Ooh! Ben je die voor mij gaan halen?
Ik: Ja, beloofd is beloofd, hè. Het duurde even, maar dan heb je ook een échte Bossche Bol van Jan de Groot. Maar voor je begint, je weet hoe…
Hij: Jaaaa, die moet je ondersteboven vastpakken en dan happen!
Ik: *glunder*
—————
Hij: Mama?
Ik: Ja?
Hij: Ik heb buikpijn.
Ik: Goed zo, jongen.