Ondanks dat ik niet echt anders ben gaan eten, kun je het inmiddels wel aan mijn lichaam zien dat ik weer gemiddeld vijf keer per week sport. Toch komt sporten met als doel, een beter figuur te krijgen niet zo snel in me op, een bikini-model zal ik om die reden nooit worden.
Ooit zag ik een aflevering van Oprah over moeders die hun jonge dochters een nogal verstoord lichaamsbeeld mee hadden gegeven doordat de moeders zichzelf niet mooi vonden. Ik schrok van de herkenning en confronteerde mijn eigen moeder hiermee. Ze schoof het probleem af door te zeggen: “Maar jij bent toch mooi?!” Als ik heel eerlijk ben, heb ik mezelf nooit echt mooi gevonden. Ik zie best dat er objectief gezien niet zoveel mis met me is, maar mooi? Ik ben bang dat ik het niet van huis uit mee heb gekregen om jezelf aantrekkelijk te mogen vinden.
Eerlijk gezegd ben ik ook nooit zo met mijn figuur bezig geweest. Op de dansacademie ben ik wel eens een dieet gestart, waarvan ik standaard juist aankwam, maar ik had het geluk dat mijn figuur toen eigenlijk al prima was. Ik kreeg er in ieder geval nooit commentaar op van de docenten. Toch vond ik mezelf ondanks de modellen-maten nog steeds niet mooi. Wat er dan toch mis was met mijn figuur kon ik niet eens aangeven.
Na de dansacademie had ik nog minder aandacht voor mijn lichaam. Als kind was ik redelijk stevig, vanaf mijn zeventiende werd ik slanker. Mijn hele volwassen leven weeg ik iets tussen de 50 en 65 kilo. Ik heb al vijftien jaar geen weegschaal meer, dus echt precies hou ik het niet bij. Ik heb het geluk dat ik niet van zoet en vet eten houd en graag beweeg, maar trots op mijn lichaam ben ik nog nooit geweest.
De instagram-rage met before- en after-foto’s, het is me veel te voyeuristisch. Tenminste dat zegt mijn opvoeding. Echt eerlijk ben ik gewoon jaloers op het lef van die vrouwen om zichzelf op die manier bloot te geven. Misschien mag ik wel eens iets meer aandacht hebben voor mijn eigen lichaam, eraan werken om nog beter in shape te komen. Wellicht motiveert het uiterlijk me zo weinig omdat ik toch nooit tevreden zal zijn. Ook al ben ik perfect, dan heb ik nog steeds iets aan te merken, ook al weet ik niet eens wat.