Als er ergens luizen in zitten, krijg ik spontaan jeuk. Die kleine rotparasieten. Is het in een gesprek, een e-mail van school, een berichtje in de luizenpluizers-app, of (de horror) in de haren; ik voel het echt overal kriebelen. De neiging om te krabben is niet meer te onderdrukken.
Tot een paar weken geleden de nieuwe serie “De Luizenmoeder” begon. Ik keek de eerste aflevering en vond het best vermakelijk. Ik glimlachte om stukjes en de aflevering had van mij best wat langer mogen duren. Het kijkt makkelijk weg. Het heeft mij, ondanks de naam, totaal geen moeite gekost om mijn nagels niet over mijn hoofdhuid te laten krassen.
Helaas was dit van korte duur. De dagen/weken erna wordt het ene na het andere lovende stuk de wereld in geslingerd. Glamour: “Nieuwe serie ‘De luizenmoeder’ is hilarisch”. “Verreweg het grappigste dat in jaren op de tv te zien is geweest”, aldus Angela de Jong in het AD. De Telegraaf kopt “De luizenmoeder: herkenbaar en hilarisch.”
Herkenbaar? Hilarisch? Als ik mijn zoon naar school breng, zie ik de juf nooit ouders de klas uitwerken. Als ik voorbij het raam loop om naar hem te zwaaien, zit meneer (negen van de tien keer) al vol enthousiasme zijn prikpen in een werkje te rammen. Heel soms tikt de juf hem aan en zwaait hij even naar mij, om vervolgens met zijn tong tussen de tanden geklemd en volledig geconcentreerd verder te gaan met waar hij mee bezig was. Dat terzijde.
Het is niet zo dat de serie geen lovende kritieken mag krijgen van mij. Zoals ik eerder al aangaf; ik vind het vermakelijk. Het is alleen niet zo dat ik stuiptrekkend van het lachen van de bank af glijd. Ik zou voor ‘De Luizenmoeder’ niet thuis blijven, voel ook niet de behoefte om het op te zoeken als ik een keer een aflevering zou missen. Desalniettemin is het een fijne verstand-op-nul-niet-nadenken-zondagavond-serie.
Ware het niet dat de hele hype er omheen nu vormen begint aan te nemen, waar ik wél jeuk van krijg. Dat er met regelmaat artikelen over het personeel of de ouders van De Klimop het internet opgeslingerd worden, kan ik nog wel hebben. Dat er in allerijl mokken, t-shirts en andere prullaria gemaakt zijn en te koop aangeboden worden, daar heb ik begrip voor. Dat André van Duin het grappig vond om het publiek van DWDD te vermaken met het lied van Juf Ank, oké.
Maar dat het publiek bij het horen van de tekst zo enthousiast reageert en als kleine kinderen gaan meeklappen en zelfs een polonaise door de studio gaan lopen, nee. Niet grappig. De geinige zinnetjes worden ineens door iedereen te pas en te onpas gebruikt. Volwassen mensen die je begroeten met: “Hallo allemaal, wat fijn dat je er bent…” Of in een serieuze discussie ineens lachend zeggen: “dat vinden wij niet raar, dat vinden wij alleen maar heel bijzonder.” Dan vraag ik me toch af wat juf Ank zou doen. Of zij dit niet gelijk de kop in zou drukken, zodat iedereen ophoudt met “zwabberen.”
Misschien kunnen wij iets afspreken. De Luizenmoeder is leuk. Vind jij het briljant of hilarisch? Prima! Rol jij wel gierend over jouw woonkamervloer? Dat vind ik heerlijk voor je. Maar hou op om elk grapje helemaal uit te melken. En de liedjes nazingen? Alsjeblieft, niet doen! Doe het voor mij, zodat ik er ook weer normaal naar kijken. Gun mij alsjeblieft een luizending waar ik geen jeuk van krijg.
Ik heb het van de week maar eens terug gekeken.. na alle commotie op het net. En ik vond het echt de moeite niet waard…
Die zingende juf, daar krijg ik nu spontaan jeuk van!
Maar ieder zn lol, van mij zul je iig geen last hebben 😉
“Phiew”dacht al dat ik wereldvreemd ben dat ik er niks aan vind maar gelukkig heb ik medestanders
Heerlijk; ook ik ben niet de enige die het slechts onderhoudend, maar niet echt hilarisch vind. .. Ik zat me ook werkelijk af te vragen of ik dan zo raar was?! Misschien dat de Nederlander een enorm kuddedier is en wil blijven….
Nog geen seconde van gezien en na jouw stuk sla ik even over ook.