“Wat anders is de mens dan een precieze, grandioos werkende machine die met grenzeloze vaardigheid een 100 jaar oude Bordeaux in urine om te zetten?”
[K. Blixen]
Deze quote vat het voor mij perfect samen: De mens is geweldig. Niks water in wijn veranderen. Dat is voor imaginaire goden. Wijn in urine (en dus ‘water’) omzetten, dát is de kunst.
Ik ben gek op wijn. Wit, rosé of rood, alles kan mij bekoren. Bier is bah. Sorry heren, maar van bier ga je uit je poriën, uit je (s)waffel en uiteindelijk uit je poepgat stinken. En als je teveel bier drinkt, krijg je zo’n raar, wrang gevoel achter je kaken. Alsof je moet kokhalzen, maar niet mag.
Corona is ook smerig. Dat vond ik altijd al; heeft niets met Corona te maken. Het enige bier dat ik lust, is Desperados. Maar dat mag dan weer geen bier heten, want het is in principe niet meer dan een moutgoedje met tequila-aroma. Het is echter meer dan goed te drinken, waarschijnlijk juist omdat het niet het échte bierwerk is.
Nee, geef mij maar wijn. Ik heb natuurlijk wel mijn voorkeuren: kruidig, fruitig, krachtig. Rood: bij voorkeur van de soort Cabernet Sauvignon, Rioja of een volle Bordeaux. Een Montepulcano gaat er ook altijd goed in. Wit: vooral de Sauvignon Blanc. Qua rosé weet ik niet zo goed wat ik wil: de ene vind ik ronduit smerig, de andere weer heel lekker, maar het blijft tot in den treure proberen met die rozige variant. Bijna alles smaakt, als ’t maar droge wijn is. Als ik zoet spul wil, neem ik wel een portje.
Degene die de wijn uitgevonden heeft, zou geëerd moeten worden. Maar dat wordt moeilijk, omdat zelfs die ouwe Grieken het goedje al in amforen stopten. En ook zij waren lang niet de eersten: volgens Wikipedia zijn er in Mesopotamië (het huidige Iran en Irak) bij archeologische opgravingen al kruiken van zo’n 7000 jaar oud met sporen van wijn aangetroffen. Conclusie: iets wat ZO oud is én de tand des tijds heeft doorstaan, móét wel goed zijn.
Zelfs Toetanchamon liet zich met een paar kisten wijn begraven. Zeker bang dat hij ’t in het hiernamaals zonder gegist druivensap zou moeten stellen. Onvoorstelbaar. Kan ik helemaal inkomen. Er zijn echter ook mensen die een panische angst voor wijn hebben. Die, ja echt, wijn als zodanig haten. Dat is dan ook gelijk een echte ziekte met een naam: oenophobia. Wederom: totaal onvoorstelbaar.
Een onderzoek uit Australië toonde overigens aan dat vrouwen die 1-2 glazen per dag drinken, meer zin en lol in seks hebben dan de vrouwen die nooit iets drinken. Vraag me niet naar de bron (zolang die bron geen wijndruivenstruik is), maar ik kan mij hierin vanzelfsprekend helemaal in vinden.
Ik geef er dan ook de voorkeur aan om te geloven in de verhalen die beweren dat wijn gezond is, zolang je het met de inname ervan niet overdrijft. En dat een glas droge wijn qua invloed op de gezondheid zelfs gelijk staat aan een uur sporten. Helaas is dat allemaal nooit echt bewezen, maar dát heb ik dan maar nooit gehoord.
Dus ja, ik beken: ik geloof! En zo ben ik uiteindelijk toch geen atheïst: ik geloof oprecht in de wijngoden. Ja, ik ben van het Bacchus-isme. Of van het Dionysus-isme, als je het liever op z’n Grieks doet. In ieder geval een geloof vol liefde en genot. Proost!

bron: commons.wikimedia.org (CC0 – Public Domain)