‘Bent u bekend met de nieuwe kleuren van onze herfstlijn?’ Terwijl de vrouw me de vraag stelt, slaat ze een geroutineerde blik op mijn handen.
Ze ziet mijn kale nagels, en zegt: ‘Een beetje kleur doet wonderen, mevrouw!’
Ik bedank haar vriendelijk en wil doorlopen.
‘Ik verkoop overal een passende kleur lipstick bij,’ vervolgt de dame.
De laatste keer dat ik lipstick droeg, is minstens 25 jaar geleden.
‘Nee, dank u,’ zeg ik beleefd.
‘Ik kan bijvoorbeeld alleen uw pink lakken?’ stelt ze voor.
Is ze onbekend met de betekenis van het woord ‘nee’? Stotter ik, of zo?
Zwijgend kijk ik de vrouw aan.
‘Ik zie het,’ zegt ze met een zuinig mondje, ‘u houdt niet van nagellak.’
Onmiddellijk trek ik m’n korte laars en sok uit en houd mijn voet ter bezichtiging omhoog. De vrouw boft; ik heb ‘m met Goede Vrijdag nog gewassen.
Uit beleefdheid permitteert de vrouw zich een zijdelingse blik op m’n teennagels te werpen, edoch haar ogen blijven er gefascineerd aan hangen. Ze lijkt te overwegen of ze zal flauwvallen.
‘Zo,’ zegt ze uiteindelijk. ‘Heeft u dat zelf gedaan?’ De intonatie van haar stem verraadt dat ze mij daartoe niet in staat acht. In plaats van me gegriefd te voelen, bloei ik op.
‘Heeft mijn dochter gedaan,’ zeg ik.
Ze aarzelt, kijkt van mijn teennagels weer naar mij, en vraagt dan: ‘Hoe maakt ze die mooie ronde stippen?’
‘Het geheim van de smid,’ lach ik.
Onze ogen taxeren elkaar.
Ik zal haar niet langer in spanning houden.
‘Ze prikt een knopspeld op een kurk, doet wat druppels nagellak op een stukje aluminiumfolie en dipt daar de speld in.’
Gebiologeerd blijft ze maar naar mijn tenen kijken. Dat heeft mijn man in jaren niet meer gedaan.
Terwijl ik m’n attributen weer aantrek, schiet me een artikel uit een tijdschrift te binnen.
‘Heeft u weleens van eetbare nagellak gehoord?’ vraag ik.
‘Ja,’ zegt ze met een gezicht van: gekker moet het niet worden…
Zijn we het zowaar eens! Ik vind haar plots een stuk aardiger, schiet in de lach en de vrouw lacht terug. De lach staat haar goed. Ondanks de lippenstift.
‘U mag mijn nagels wel lakken,’ flap ik eruit, ‘maar dan wél elke vinger een andere kleur.’ Terwijl ik het voorstel, hoor ik hoe achterlijk het klinkt.
Ze verrast me met haar schaterlach. ‘Welke kleuren wilt u?’
‘Maakt niet uit, als ze maar vloeken.’

bron: pixabay.com 435692