Het badwater was koud. Haar handen waren verrimpeld. Haar uitgelopen make-up had een weg naar haar hals gevonden. Nog één keer met het hoofd helemaal onder water en dan zou ze zich uit de badkuip hijsen. Of zou ze onder water blijven? Dan was ze overal vanaf.
Ze dacht aan haar dochters. Die wilde ze niet missen en zij wilde ook niet dat ze haar moesten missen. Voor hem zou het wel heel goed uitkomen. Dan kon hij met een verdrietig gezicht verkondigen hoe veel hij van haar hield. Een scheiding zou hem bespaard blijven. Hij zou getroost en vertroeteld worden en binnen mum van tijd een nieuwe vrouw aan zijn zijde hebben. Iedereen zou het hem gunnen, want hij had het zo zwaar gehad.
Ze schudde de gedachte van zich af en veegde met haar handen het water van haar gezicht. Misschien heeft hij nu al wel een nieuwe vriendin. Stel dat hij gisteravond, nadat hij het restaurant verlaten had, gelijk naar zijn nieuwe bimbo was gegaan. Ze hoorde hem in gedachten verslag doen van de avond. Haar, de nieuwe, vertellen dat de weg vrij was voor hen. De rest was slechts een formaliteit.
Er verscheen een wrang lachje op haar gezicht. Ze smeedde plannetjes in haar hoofd. Zo makkelijk liet ze hem er niet vanaf komen. “Een gekrenkte vrouw is het gevaarlijkste wezen op aarde,” zei zijn vader altijd. Ze zou hem laten zien dat hij beter naar zijn ‘ouwe’ had moeten luisteren.
Ze pakte haar telefoon. Acht gemiste oproepen. Van hem. Een berichtje van de voicemail. Dat kon wachten. Hij kon wachten.
Eerst appte ze haar vriendin. ‘Vanavond samen eten lijkt me een heel goed plan. Ik heb jouw advies nodig. Kus’ Zij was de juiste persoon. Ook zij was door haar man aan de kant gezet. Na een lange, heftige scheiding, zat hij met zijn nieuwe liefje vierhoog in een drie-kamer-appartement waar de kinderen om het weekend logeerden. Zij zat in ‘hun’ huis. Nu ‘haar’ huis. Tijdens alle rechtszaken had ze haar vriendin wel eens gevraagd of ze zich niet te veel door wraak liet leiden. Of hij dit wel verdiende. Maar nu snapte ze haar heel goed.
Ze luisterde haar voicemail af. Hij wilde vanavond naar huis komen, met de kinderen. Die moesten thuis slapen, morgen school, samen overleggen, hoe gaan we dit de meiden vertellen en meer blabla.
Snel belde ze haar vriendin. “Is het goed dat ik blijf slapen?” Daarna stuurde ze hem een bericht. ‘Kom maar naar huis. Ik ben er niet. Neem aan dat je jezelf wel redt.’ Ze kleedde zich aan, maakte zich op en liep naar beneden. De woonkamer was één grote bende. Ze liet de hond uit en stuurde hem nog een berichtje. ‘Het is een beetje een zooi. Dan heb je vanavond wat te doen.’
Wat hieraan vooraf ging: De fut is eruit (8)