Je al het leed van de wereld aantrekken én er ook nog iets aan kunnen doen, wie wil dat nu niet? Ik heb zo ontiegelijk vaak het gevoel dat ik ‘iets’ wil doen, wil helpen. Móet helpen. Maar het einde van de lijst der goede doelen is zoek…
Vriend A heeft kanker. Hij en zijn (en dat zijn ook mijn) vrienden werven sponsors voor de Roparun. Wat goed! Daar wil ik natuurlijk graag wat aan bijdragen.
Vriendin B heeft door een woningbrand alles verloren. Werkelijk álles. Schrijnend. Tranen in de ogen. Een vriend zet via dreamordonate.com een crowdfund-actie op touw om haar in ieder geval een financieel duwtje te kunnen geven, zodat ze toch weer moed krijgt om verder te gaan. En om tenminste wat kleren en eten voor haar kinderen te kunnen kopen. Ja, ik doneer natuurlijk!
Zoontje van vriendin C is zwaar ziek, wordt binnenkort geopereerd en heeft een grote wens. Ook daarvoor een crowdfund-actie: geweldig! Dit moet toch lukken? Ik doneer meteen.
Vriendin D (onze eigen Annemarie 😉 ) heeft een geweldige short-filmproductie op touw gezet. Ze is naast initiator zelf ook nog eens de regisseur en zoekt nu naarstig sponsors voor dit prachtige project. Ik wil haar zeker niet tekort doen, dus doneer ik.
Vriend E gaat met een heel team de Alp d’Huez opfietsen, onder het motto ‘Opgeven is geen optie’. Hun actie is gewijd aan een jonge meid met kanker, die nog hoop heeft op de toekomst door een heel speciale behandeling en aan een andere vriend, die inmiddels aan de rotziekte overleden is. Ik doneer weer.
Vriendinnen F en G hebben óók kanker. Hun gevallen raken me al sinds tijden diep. En ook zij lopen de Roparun, voor meer kankeronderzoek. Ik wil ze allebei natuurlijk heel graag financieel steunen. Eigenlijk net zo graag als die overige 300+ teams met deelnemers.
Vriendinnen H en I hebben het meer dan krap. Ze weten absoluut niet meer hoe ze nog rond moeten komen: pure wanhoop. Ik wil beiden met liefde wat toestoppen.
En zo gaat het maar door. Ik vind het steeds moeilijker om door de honderden sponsor- en crowdfundprojecten in mijn directe omgeving en vriendenkring nog een begaanbare (en betaalbare) weg te vinden. Als ik iedereen steun, ben ik compleet blut, dan mag ik mezelf gaan crowdfunden. Als ik de één wel steun en de ander niet, heb ik een rotgevoel: dat is namelijk niet eerlijk. Als ik niemand steun omdat ik het zelf op dat moment niet al te breed heb, voel ik me helemáál shit, want zij hebben het zo ontzettend hard nodig en ik kan best een dag in de week niet eten. Wat is dat nou helemaal, zo’n tientje? Dat moet er toch vanaf kunnen? Maar… is een tientje dan niet te weinig? Even kijken wat anderen gedoneerd hebben. Oh jee, de kleinste donatie is 30 euro. Daar kan ik niet tussen staan met mijn miezerige vijfje of tientje; dat staat wel heel sneu. Dan toch maar weer anoniem. De dilemma’s…
Ik ‘doneer’ heel regelmatig een klein bedrag aan een tweetal fotografen, die hun werkelijk geweldige foto’s ter beschikking van de gemeenschap stellen, tegen een ‘vrijwillige bijdrage’ (oftewel: geld voor een kop koffie). Ik waardeer hun werk, maak er gebruik van, wil dat ze van die geweldige foto’s blijven maken. En dan vind ik dat ik ook die bijdrage moet doen.
Via Patreon ‘subsidieer’ ik een zeer getalenteerd musicus, die echt prachtige muziek maakt, maar daar niet van kan rondkomen. Ik wil dat hij zijn muziek blijft maken, en dat kan alleen als mensen hem op deze manier helpen.
En ik heb het nog niet eens gehad over alle nationale en internationale goede doelen, die voortdurend op uitermate effectieve wijze een beroep doen op je meelevend- en menslievendheid. Ik geef via ‘abonnementen’ aan het lokale Rode Kruis, de vrijwillige brandweer in het dorp en aan Unicef. Dat doe ik al jaren (omdat ik niet weet hoe ik er weer vanaf kom – *beschaamd kucht*).
Oh, en dan zijn er nog al die arme vrouwen in Afrika, die met hand en tand vechten tegen besnijdenissen en allerhande mishandelingen. Al die vrouwen die uit religieuze gronden onderdrukt worden. Al die mensen die zwaar gediscrimineerd of onschuldig gevangen gezet zijn omdat de mensenrechten in hun land met voeten getreden worden. Al die vluchtelingen die de oorlogshorror ontvluchten en hun thuis achter zich hebben moeten laten. Al die daklozen die ‘de maatschappij’ op straat links laat liggen en van wie ik dan maar steeds weer een daklozenkrantje koop, ook al heb ik die ene uitgave al lang. Al die kindertjes die niet naar school kunnen, die dag in dag uit met hun kleine handjes tot bloedens toe leren voetballen en gymschoenen moeten naaien.
Ik wil zo graag bijdragen om al die situaties te verbeteren, maar besef ook dat ik niet de hele wereld weer ‘goed’ kan doneren.
Wat zegt u? Alle beetjes helpen? Jazeker! Maar al míjn kleine beetjes samen maken een heel gróót beetje voor mijn eigen financiële situatie. En hoe ‘goed’ ik mij ook voel door alle voornoemde donaties (‘Ik heb iets gedaan! Ik heb gegeven, ik heb geholpen!’), ergens moet ik ook aan mijzelf denken. Ik werk me te pletter om mijn eigen eindjes aan elkaar te knopen, zonder zelf aan het eind compleet in de knoop geraken. En ik leg helaas nog steeds geen gouden eieren, hoe hard ik ook probeer.
Ja, vreselijk is het en blijft het, al dat kleine en grote leed. Maar dan kijk ik naar mijn kinderen en denk: tja, die inktwissers en dat toiletpapier, dat dak boven ons hoofd en de stroom voor de opladers, Netflix en de dagelijkse bio-appel, die zaken moeten ook over drie maand nog betaald worden. Als ik nu al mijn geld in het rond strooi, lukt dat niet meer. Wij moeten óók eten. En overleven. Ook al hebben we het zo onnoemelijk veel beter dan anderen.
Ik probeer dus maar zo goed mogelijk om (het) goed te doen.
Beter en meer kan ik niet. Ik egoïst.
Je kunt ook steunen zonder geld te geven! 1+1 gratis bij de super? Gratis product naar armlastige vriendin. Ga eens een lekker rondje poetsen in het huis van een zieke of overdrukke kennis. Doe mee als vrijwilliger in een koken-voor-daklozen project. En ga zo maar door. Vooral het leed in je min of meer directe omgeving kan je ook goed verlichten door daden ipv doneren.