Annabel Nanninga is blijkbaar door de NPO gevraagd wordt om iets te zeggen over zogenaamde pretstudies. Ze heeft zelf nooit gestudeerd, is geen publiekslieveling zoals Janine Abbring of ieders favoriete buurmeisje zoals Chantal Janzen. Annabel Nanninga is vooral iemand met een mening maar iedereen heeft tegenwoordig een mening die uitgebreid overal geventileerd kan worden. Dus waarom zij?! Daarover hoor ik graag jullie ideeën maar ik ga hier verder over pretopleidingen.
Pretopleidingen zijn studies met studenten die worden opgeleid tot werkloze. En het is belangrijk dat studenten verstandiger gaan kiezen dus wordt er nu gepraat over een numerus fixus.
‘Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’. Kies exact, dat werd mij in de jaren 90 al verteld toen ik mijn eindexamenvakken moest gaan kiezen op de middelbare school. Maar ik vond exacte vakken helemaal niet leuk en was veel beter in alle andere vakken. Eigenlijk wilde ik altijd al danseres worden maar dat had ik op mijn tiende al uit mijn hoofd gezet omdat ik goed kon leren en ‘als je goed kunt leren dan ga je naar de universiteit’, zei de stem van mijn ouders. Ik heb wiskunde en economie dan maar in mijn pakket gehouden maar inmiddels zou je mij een verzamelaar van pretstudies kunnen noemen.
Ik studeerde communicatiewetenschap, psychologie, hbo-theaterdans, muziekwetenschap, hbo beroepskunstenaars in de klas en nog een paar opleidingen die ik hier maar buiten beschouwing laat omdat het anders te verwarrend zou worden.
Toch hebben al die zogenaamde pretstudies mij heel veel opgeleverd en ik zal altijd verder blijven leren. Bovendien zijn ze stuk voor stuk bruikbaar in mijn dagelijkse werkpraktijk. Ik doe wat ik leuk vind en ik doe waar ik goed in ben.
Stel je voor dat ik een beta studie was gaan doen. Misschien had ik de studie nog wel kunnen voltooien maar hoe was het gegaan in mijn werkpraktijk? Niet gemotiveerd iets doen waar eigenlijk mijn natuurlijke aanleg niet ligt. Dat is toch vragen om een soort gemiddelde te worden en daarmee direct af te stevenen op een burn-out?! Waarna ik alsnog alles zou gaan doen wat ik nu doe maar dan zonder gedegen opleiding, know-how en ervaring.
Het probleem is naar mijn idee niet zozeer het soort opleiding. De één is nu eenmaal geschikter voor alpha- of gammastudies en de ander voor betastudies. Die verdeling heeft de natuur vast heel slim voor ons gemaakt. Wel een probleem is dat het niveau omlaag gaat van veel studies omdat teveel studenten niet geschikt zijn voor hun opleiding. Een numerus fixus is wat mij betreft niet de oplossing. Maar een toelatingsexamen in combinatie met een motivatiegesprek lijkt mij een uitstekend middel om studenten te selecteren. Als tweehonderd studenten geschikt zijn dan neem je er tweehonderd aan, als tien studenten geschikt zijn dan neem je er tien aan. Bied vervolgens een complete opleiding en lever studenten af die klaar zijn voor de arbeidsmarkt. Zo heeft de student iets aan het diploma en krijgen de opleidingen weer een goede naam.
O ja, en stop eens met al die leningen en geef iedereen gewoon weer een basisbeurs. Dan houden we ook niet zo’n ziek financiëel stelsel in stand met talloze leningen die nooit afbetaald zullen worden.
Net gelezen. Het sluit mooi bij jouw pleidooi aan:
https://www.volkskrant.nl/opinie/aleid-truijens-pretstudies-afschaffen-de-wereld-heeft-alle-soorten-mensen-nodig~a4513120/?utm_source=facebook&utm_medium=social&utm_campaign=shared%20content&utm_content=paid&hash=b7b1114680216ff5580af096762a60040a9a094c
Dank je, ik was hem al tegengekomen.
Annabel Nanninga legt precies de vinger op de juiste zere plek. Het is ook mij een doorn in het oog dat de belastingbetaler al jaren al die nutteloze studies betaalt. Neem nu de opleiding Sportmanagement (SM&O). Alleen al in Amsterdam komen er 300 ‘afgestudeerden’ van de HSA. Die kunnen dan een kansloos sportschooltje op de hoek beginnen. Een enkeling vindt ook daadwerkelijk een baan bij een professionele sportorganisatie. Ik heb iemand, vanwege een taalachterstand, geholpen bij deze ‘opleiding’. En weet je, ik had zo voor dit ‘niemendalletje’ kunnen slagen en mij ‘Bachelor in Sportkunde’ kunnen noemen. De bedenkers van dit soort opleidingen lachen zich een kaakfractuur, want men krijgt voor iedere ‘student’ een aardig sommetje . Je kunt in ieder geval zeggen dat je gestudeerd hebt. En zo is dus iedereen in Nederland ‘hoogopgeleid’.
Het is alleen niet het soort studie dat het probleem maakt maar de kwaliteit van bepaalde studies en het enorme niveau-verschil in studenten onderling.