De wekker gaat om 5:30u. Ongewoon vroeg. Ik ga douchen en kleed me stilletjes aan, om de rest niet wakker te maken. Om 6:00u rijd ik weg. Op de A2 rijden alleen maar bestelbusjes. Aannemers, schildersbedrijven en hier of daar een zakenman of -vrouw. Allemaal op pad; om 7.00u de eerste klus.
Bij Culemborg ga ik de A2 af. Een enkeling volgt mij. De rest probeert vooral weg te komen. Ik haal een vrachtwagen in. Twee eenzame koplampen blijven me volgen, tot Culemborg. Rechts van me is het aardedonker. Links zie ik de neonletters van de Unie.
Als ik voorbij Culemborg ben, is het aan weerszijden helemaal donker. Niets te zien, behalve in de verte een koplamp, een lantaarnpaal. Er is geen verkeer op de weg voor me en ook achter me rijdt helemaal niemand. Even waan ik mij helemaal alleen.
Wat is écht donker toch mooi.
Dan is daar de rotonde naar Beusichem. Zodra ik de afslag neem, herken ik het busje van een ander lid van ons bedrijvennetwerk. Ze is bloemist en ook op weg naar onze wekelijkse ontbijtmeeting. Ze rijdt rustig, heeft waarschijnlijk bloemstukken achterin liggen. Ik volg haar, zodat ik niet langer hoef na te denken over de precieze afslagen. We slingeren door Beusichem, rijden over de dijk heen en drie setjes koplampen komen ons tegemoet. Veerpont Beusichem is net gearriveerd.
Ik parkeer de auto. Het is vrijdagochtend half zeven. Samen met vijftien andere leden zitten we in het Veerhuis aan een zeer vroeg ontbijt. Het is zakelijk en persoonlijk. Terwijl ik naar de pitches van de leden luister, kijk ik uit over het veer en naar de opkomende zon.
Donker of licht, vroeg of laat, het is om ’t even.
Het leven is mooi.