“Het was weer leuk, schatje.” Dat stond er in zijn app.
Het – was – leuk – SCHATJE
Da’s toch wel een hele duidelijke boodschap. Schatje.
SCHATJE? Steek dat schatje maar in je reet! Totdat je kont bloedt.
Dacht ik. Zei ik niet.
Toen hij terug van het toilet kwam deed ik net of er niets aan de hand was. En God weet hoe goed ik dat kan. Dat heb ik in mijn vorige relatie wel geleerd, dat net doen alsof er niets aan de hand is. Mooi weer spelen voor de boze buitenwereld. En prachtig weer tegen elkaar veinzen.
Dus die avond kletsten we over niets. Hij bleef ook niet slapen, want hij was doodmoe en hij moest de dag erop vroeg op. Ja joh, nee natuurlijk. Heeft uiteraard niets te maken met je weekend vol stomende seks met je SCHATJE, dat je nu zo moe bent. Wilde ik zeggen. Maar ik reageerde begripvol. Vanaf het moment dat ik de voordeur achter hem sloot, stortte ik in. Ik kon niet geloven dat ik er wéér ingetrapt was. Wéér een bedorven relatie. Wéér kapot gemaakt worden.
Wat is dat toch, dat ik altijd weer de verkeerde man tref? Waarom kan ik niet gewoon vallen voor een putjesschepper uit Appingedam die ’s avonds niets liever doet dan naar FC Groningen gaan en die André Hazes op zijn kont getatoeëerd heeft? Maar die wél trouw is en die mij elke avond een kopje thee brengt en “wat hou ik toch veel van jou…” in mijn oor fluistert? Nee hoor. Ik moest weer zo nodig vallen voor iemand met twee gezichten. Net zoals mijn vorige vent.
Op mijn foon typte ik de woorden “Ik heb je app gelezen en ik wil je nooit meer zien, vuile hond!” Niet lang daarna wiste ik de woorden weer.
“Ontprikkel jij voortaan maar lekker bij je schatje…”
Ook die woorden wiste ik.
“We moeten praten,” typte ik en drukte op ‘verzend’.
Die nacht deed ik geen oog dicht.

bron: pixabay.com 2212961
Alle blogs van Emma vind je >> hier <<