Ze schopte tegen het kussen dat voor haar op de grond lag. In een poging om de leegte op te vullen die het verdwijnen van de bank had achter gelaten, had ze allemaal ‘gezellige’ kussens in de hoek neer gelegd. De meiden vonden het maar niks. De oudste vond het ‘goedkoop’ en ze had daar de afgelopen dagen meer dan eens haar ongenoegen over geuit. Dit had de andere twee aangestoken. Daarnaast bleef de jongste maar vragen hoe het allemaal zat met papa. Ze vond de hele scheiding en alles wat haar moeder vertelde ‘stohom’. Kortom; de sfeer in huis was niet op zijn allerbest geweest.
De komende dagen waren ze er niet. Eindelijk rust. Even bijtanken. Ze ging in het kussenhoekje zitten en moest toegeven dat het niet zo heel erg comfortabel was. Een nieuwe bank kopen zat er nog niet in. Eerst wachten tot ze het geld bij elkaar had en dan ging ze de bank halen die ze altijd al had willen hebben, maar die híj foeilelijk vond. Zo eentje met grote kussens waar ze helemaal in weg kon zakken. Ze herschikte de kussens zodat ze enigszins normaal kon zitten.
Ze dwong zichzelf om rustig te blijven zitten en een kopje thee op te drinken. Het was gewoon even wennen. Toen ze nog studeerde zat ze meestal op haar bed of op de grond in een heel klein kamertje. Dit was veel luxer dan hoe ze er in die tijd bij zat. Ze wachtte ongeduldig tot de thee wat was afgekoeld en sloeg het glas achterover. In haar verbeelding sprong ze soepel overeind, maar in werkelijkheid kostte het haar heel wat meer moeite.
De rust en stilte in huis vielen haar zwaar, ondanks dat ze blij was dat haar dochters met al hun commentaar er nu niet waren. Ze gooide er een bericht uit naar een paar vriendinnen, met de vraag of iemand zin had om langs te komen en samen te eten. Al snel kreeg ze de eerste afwijzing terug. ‘Sorry mop, ik kan niet weg. Patrick is net gaan sporten. X’. Ze keek naar haar scherm. Dit soort berichtjes had ze zelf ook zo vaak gestuurd. Nog nooit had ze erbij stil gestaan hoe eenzaam het voor de ontvanger kon voelen.
Na tien minuten was ze erachter dat geen van haar vriendinnen kon. Behalve eentje. Maar dan moest ze op de fiets daarheen, want haar vriendin had de kinderen dit weekend. Daar had ze geen zin in. Ze zou dan wel de kinderen van een ander zien, terwijl haar kinderen niet bij haar waren. Ze bedankte beleefd voor het aanbod.
Lopen hielp altijd om haar hoofd helder te krijgen. Ze riep de hond, die langzaam op haar afgesjokt kwam. Het was voor het eerst vandaag droog. Een mooi moment om te gaan. Ze liep dezelfde route als die verschrikkelijke avond, die het begin van het einde van haar relatie was geweest. Ze dacht terug aan het gesprek. Die ene zin. Ze was er van geschrokken, maar had toen nog niet het besef gehad dat die paar woorden zo veel te weeg zouden brengen. Toen dacht ze nog dat ze er samen wel uit zouden komen. Dat dit zou leiden tot een leven zonder hem, was niet bij haar opgekomen.
Vanmiddag had hij de kinderen opgehaald. De meiden waren enthousiast naar hem toegelopen en hij had alle aandacht voor ze. Háár negeerde hij. Hij beperkte het praten tot het noodzakelijke. Ze had gedacht dat hij zou vragen naar het formulier. Dat deed hij niet. Ze had het blaadje getekend onder in de weekendtas gestopt. Misschien vond hij het, misschien ook niet. Dan had hij er maar naar moeten vragen. Het voelde als een messteek in haar hart toen hij de kleintjes mee nam en geen van de drie de moeite nam om haar te knuffelen. Ze riepen: “Daaaaag” en zwaaiden even. Dat was het.
Dat die ene zin haar hier zou brengen, een plek waar ze zich zo eenzaam voelde… Ze ademde de herfstlucht in. De hond kwam dicht tegen haar been aanlopen en het begon zachtjes te regenen. In haar hoofd hoorde ze het hem weer zeggen: “Ik hou van je als de moeder van mijn kinderen.”
Wat hier aan vooraf ging:
De fut is eruit (25)