Elke vrijdagmiddag verheug ik mij op de relaxte, vrije zaterdag die voor mij ligt. Zo ook deze zaterdag: ik zie al voor me hoe ik de volgende ochtend, onder het genot van een kopje koffie, aan de eettafel in de woonkamer de zaterdagkrant ga lezen. De zon schijnt een beetje door de luxaflex en werpt streepjes op de tulpen, die half verschrompeld op de tafel staan.
De vaatwasser doet de vaat, de wasmachine wast en in de oven droogt het geklopte eiwit voor een schuimtaart, die ik mijn moeder voor haar verjaardag heb beloofd.
Een heerlijke, vrije zaterdag, waarop ik alleen aan tafel in alle rust mijn brein vlecht om de sudoku uit het NRC. Daarna, als ik die sudoku gemaakt en de krant gelezen heb, ga ik in alle rust een blog schrijven over hoe ’t geluk in de kleine dingen zit. Een zaterdag waarop niets moet en alles mag.
Geen rust

bron: de.wikipedia.org CC0 (Author: Peter Veldhuizen)
Zoals wel vaker, blijkt werkelijkheid anders. Eindelijk, het is zaterdagochtend. De eerste uren van de dag verlopen volgens plan. Ik heb het huis gestofzuigd, de vaatwasser uit- en weer ingeruimd. Ik heb de was gevouwen en een nieuwe was in de machine gedaan. Maar ik kan niet de rust vinden om even rustig te gaan zitten en het NRC komt immers pas na twaalven.
Dan maar aan de beloofde schuimtaart beginnen. Ik splits ik twee eieren, gooi het wit in een kom en laat het verdere klopwerk aan mijn mixer over. Geleidelijk voeg ik (120 gram) fijne suiker toe. Het mengsel spreid ik met een spatel uit over een bakplaat met bakpapier. Daarna laat ik het schuim in de oven drogen (op 140°C). In de keuken, de klopper uitvoerig aflikkend, denk ik na over wat zal ik eens met de overgebleven eigelen zal maken. Advocaat? Custard? Mayonaise? Ja, mayo! Truffelmayo, want dat is lekker met polentafriet. En polentafriet wilde ik vorige week eigenlijk al maken.
Polentafriet
13.00u. De krant valt door de bus. Maar ik sla er geen acht op en begin met de polentafriet: 100 gram polenta koken met 500 ml groentebouillon. En vooral goed roeren. Als het mengsel zo dik is als rijstepap, haal ik de pan van het vuur en voeg ik een handvol geraspte Parmezaanse kaas en een beetje tijm toe. Deze brij spreid ik met een schone spatel uit over een rechthoekig dienblaadje. Op het to-do-lijstje in mijn hoofd verschijnt het ene na het andere groene vinkje. Ik ben trots op mezelf.
Tijd om te beginnen met de mayonaise. Eerst was ik de klopper en schaal af met de hand, want die vertrouw ik niet toe aan de vaatwasser. Ik neem een recept van Nigella Lawson, uit haar basisboek ‘Hoe te eten’. Nigella wéét hoe dat moet.
“Begin met het loskloppen van de dooiers samen met een mespuntje zout. Voeg na een paar minuten heel, heel geleidelijk, druppel na druppel, de olie toe.”
Geschifte boel
Het schiet door mijn hoofd dat ik meestal een eetlepel mosterd bij de eigelen doe. Deze gedachte ban ik maar even uit mijn hoofd, want wie ben ik om te twijfelen aan keukenkoningin Nigella? Ik vertrouw blind op haar en druppel langzaam 225 ml zonnebloemolie bij de eidooiers, terwijl mijn keukenvriend ijverig doorklopt. Ik snijd een citroen doormidden; het sap ervan moet er aan het einde nog bij. Ondertussen zet ik de oven uit en laat ik het schuim verder drogen in een gesloten oven. Ik voel me inmiddels supergoed; wat heb ik het toch allemaal lekker voor elkaar!

bron: commons.wikimedia.org – CC2.0 (Author: Jules/rolls royce mayonnaise)
Nadat ik de zonnebloemolie heb toegevoegd, valt me op hoe dun het mengsel blijft. Ik laat de klopper harder draaien en voeg langzaam de 75 ml truffelolie toe. Dan komt de eerste twijfel opzetten: Shit, de boel zal toch niet geschift zijn? Geschifte mayonaise, daar heb ik weleens over gelezen. Maar het leek me tot nu toe iets wat andere mensen overkomt. Mij gebeurt zoiets natuurlijk niet. Als ik dan weer eens in een recept lees, hoe moeilijk mayo maken is, denk ik altijd: Hoezo mayo maken moeilijk?!? Mijn mayo gaat schift nóóit! Mayo maken is hartstikke makkelijk! Gewoon twee eigeeltjes kloppen met wat mosterd, langzaam de olie toevoegen, kneepje citroen, wat peper en zout erbij en klaar. Kind kan de was doen.
Mayo redden
Ik zet mijn trouwe dienaar stil en kijk eens in de metalen kom. Ik zucht diep. Er is slechts één conclusie mogelijk, mijn mayo is geschift. In gedachten zoek ik snel naar informatie over geschifte mayo. Moet ik nu enkele druppels ijskoud water of heet water toevoegen om geschifte mayo te redden? IJskoud water, ik weet het bíjna zeker. Of toch mosterd? Mosterd is een emulgator, herinner ik me. Eerst voeg ik ijskoude druppels van een klontje ijs toe. Ik laat de mixer op de hoogste stand draaien. Het levert niets op.
Ik voeg maar eens een theelepel mosterd bij het mengsel. Maar het geheel blijft vrolijk klotsen in de kom en doet geen enkele moeite om ook maar in enige mate samen te komen tot het verrukkelijk romig geheel, dat mayonaise heet. Er zit niets anders op. Ik moet mijn meerdere erkennen. Ook voor mij is mayo mixen blijkbaar niet altijd ‘appeltje, eitje’. Ook mijn mayo kan schiften. Deze keukenpage ondergaat met frisse tegenzin een basisles huishoudschool.
Opnieuw
Maar ik laat me door een beetje geschifte mayo natuurlijk niet uit het veld slaan. Online vind ik de oplossing voor geschifte mayo. Niks druppeltje ijskoud water of mosterd. Het advies luidt om met een nieuwe dooier in een schone kom opnieuw te beginnen. Dus splits ik wéér een ei, doe het eigeel in een schone kom, voeg een eetlepel mosterd toe. Al kloppend met de handmixer voeg ik druppelsgewijs de geschifte mayo toe. Langzaam ontstaat ein-de-lijk dat prachtige, lichtgele, glanzende, romige mengsel.
Ik knijp een halve citroen uit boven de kom. Het mengsel verandert meteen van kleur. Wat lichtgeel was, wordt nu op slag bijna wit. Yes! Beetje peper en zout erbij en klaar. Het eiwit zet ik in de vriezer. Daar kan ik volgende week wel weer schuim mee maken. Ik hoef nu alleen nog even de polenta in reepjes te snijden en in de oven op 180°C te bakken.
Weg zaterdag

bron: pixabay.com
Het is bijna vijf uur. Van die heerlijke lege zaterdag is bijna niets meer over. Ik ga even zitten om na te gaan wat er nu eigenlijk gebeurd is. Hoe ben ik hier terecht gekomen? De afwas staat in stapels op het aanrecht. De wasmachine is inmiddels klaar en de was moet – alwéér -opgehangen worden. De zaterdag is bijna voorbij en het ontspannen gevoel waar ik mij zo op verheugd had, lijkt verder weg dan ooit. Waarom ben ik in hemelsnaam al die gerechten gaan maken, terwijl ik eigenlijk de krant wilde lezen, een sudoku wilde maken en een blog wilde schrijven?
Gelukkig volgt na de zaterdag altijd de zondag. Die is óók lekker leeg en vrij.
Nieuwe ronde, nieuwe ontspanningskansen.