“Pfff, alweer een afwijzing gekregen!”
“Ach joh, gewoon blijven doorzoeken en jezelf overal inschrijven,” probeer ik mijn dochter en haar vriend en beetje op te peppen. “Voor je veertigste hebben jullie heus wel een appartement gevonden!”
“Mam! Dat duurt nog 20 jaar! Dat is echt geen leuke grap!!
“Je hebt gelijk, het is inderdaad geen grap, maar bittere realiteit.”
“Hoezo?”
“Er zijn geen huizen meer. Of liever gezegd, er zijn wel genoeg woningen, maar ze zijn simpelweg onbetaalbaar geworden. Beleggers kopen alles op en maken op deze manier vette winst. Zo verdiende Soros afgelopen twee jaar een slordige 83 miljoen.”
“Ongelofelijk! Moet je hier eens kijken, mam. Een ‘appartement’ van 9 m2 voor 800 Euro. Wat een schandalige prijs voor zo’n kleine ruimte! Onze keuken is groter.”
“Misschien moeten jullie maar eens op zoek gaan naar een anti-kraak woning,” opper ik voorzichtig.
“Anti-kraak?” verslikt mijn dochter zich. “Meen je dat serieus? Mam, ik ben een keurige jonge vrouw! Niet zo’n alternatieve rare kraker, zoals jij vroeger was.”
“Maar tegenwoordig gaat het heel anders,” werp ik tegen. “Alles wordt goed geregeld via leegstandbeheer. Je bewoont dan tijdelijk een woning, zodat er niet ingebroken wordt. Bovendien krijg je een officieel contract. De gemiddelde periode dat je daar mag wonen is meestal zo’n 9 maanden.”
“Ik weet het niet,” twijfelt mijn dochter.
Desondanks meldt ze zich toch aan.
“Je had gelijk mam! Zulke nette mensen in dat kantoor! Een man in een smetteloos pak en een super aardige, sjieke mevrouw!”
“Een man in een pak? Nou, dat was vroeger wel anders,” schiet ik in de lach.
Ik herinner me nog helder de morsige figuur met zijn lange, onverzorgde haren, die op een dag aanbelde om poolshoogte te nemen in de destijds door ons gekraakte woning. Het bleek een jonge, sympathieke, sociale werker te zijn, die in opdracht van de gemeente de psychische toestand van “bewoners” van officieel leegstaande gebouwen moest checken.
Eenmaal binnen toonde hij zich aangenaam verrast.
“Hee tof, hier, zeg! Overal kunst aan de muren, zie ik. Zelf gemaakt? Wat draaien jullie trouwens verhipt goeie muziek!” Binnen een half uur was hij bevriend met mijn lief en dronken ze samen een biertje in ons atelier, dat in een minder kleurrijk verleden waarschijnlijk als woonkamer had gediend.
“Kun jij er niet voor zorgen, dat we hier een tijdje mogen blijven wonen?” informeerde mijn lief terloops bij hem. “Het pand staat toch leeg totdat het gesloopt moet worden.”
“’Misschien wel,” peinsde hij. “Officieel bestaat mijn werk uit het verlenen van psychosociale hulp. Dus ik zou de gemeente bijvoorbeeld kunnen zeggen, dat ik mijn cliënten help met het in stand houden van hun werkplek door jullie een tijdelijk contract aan te bieden…”
“Nog een biertje?’”
“Ja graag. Een goede sociaal werker heeft een open houding en is in staat zijn om een vertrouwensband op te bouwen,” grinnikte hij, terwijl hij het blikje bier opentrok.
Een paar dagen later kregen we door de gemeente een om niet-contract aangeboden, waar stond dat we twee jaar in het gebouw mochten blijven wonen.
Ook mijn dochter krijgt een woning aangeboden. Het is een oud vrijstaand pand op een groot terrein. Dolgelukkig betrekt ze samen met haar vriend de woning.
Maar het geluk is van zeer korte duur; als ze er nog maar nét wonen, krijgen ze alweer bericht dat ze de woning moeten verlaten. De gemeente heeft toestemming gegeven om het pand te slopen. Op dezelfde plek zal de eigenaar van het pand 14 onbetaalbare appartementen laten bouwen.
“Mam, ze wisten het heus wel, dat die sloopvergunning eraan zat te komen,“ snikt mijn dochter. “Maar het kantoor wilde gewoon nog even extra winst maken. Hoge inschrijfkosten, een maand huur en dat peperdure verplichte brandpreventiepakket…”
“Ja, dat vermoed ik ook,” antwoord ik verslagen. Na wekenlang het nieuwe huis te hebben opgeknapt en dagenlang spullen te hebben versleept, heeft mijn dochter er dus precies een week gewoond.
“Helaas worden huizen tegenwoordig gebruikt om geld mee te verdienen, niet meer om te bewonen. Mede daardoor is er dus een groot tekort aan sociale woningbouw ontstaan.”
“Wachttijd minstens 10 jaar…” weet mijn dochter inmiddels.
“Ja, triest… Het enige wat ze je tegenwoordig nog aan kunnen bieden is een lauw gemeentepilsje.”

bron: pixabay.com 1789478