Ik ben een slet. Geen seks-slet, maar wel een zoen-slet. Iets anders kan ik er niet van maken. Nu moet ik hier maar mee dealen. Hoe, dat weet ik nog niet…
Mijn enthousiaste, handtastelijke, zeer knappe date, die me – hand op ’t hart – beterschap beloofde, heeft me zover gekregen dat we de lunch opnieuw doen. Hernieuwde kennismaking, nu met een verbod op lichamelijk contact.
We spreken af bij een Van der Valk. En daar gaat het al mis. Hij staat op de parkeerplaats waar hij me drie dagen geleden nog ernstig van mijn stuk bracht. Ik sta 50 kilometer verderop. Hij had ’t niet helemaal goed gelezen. De beste man is beslist niet dom, maar hopeloos dyslectisch. Sorry, foutje. Geeft niks. Uitstel van executie. Ik kan weer ademhalen. Dan maar naar een restaurantje in zijn woonplaats. Dat ligt ongeveer op de helft. Ook goed. Alhoewel, met mijn totaal afwezige navigatievermogens…
Het appje “Via blabla door blabla naar blabla,” heb ik maar gewoon geskipt, de helft van die plaatsen deden wel een belletje rinkelen, maar er ontvouwde zich geen route voor mijn geest. Dan maar VVV-woonplaats intypen op mijn navigatie en zo reed ik alsnog via tig omwegen (afslag te vroeg en nog een afslag gemist) naar de plaats in kwestie.
“Joehoe, app ff welk restaurant?” app ik langs de kant van de weg als ik de plaats van bestemming binnengereden ben.“Bij de rotonde aan de linkerkant” Bedankt. Lekker duidelijk ook. Ik rijd maar gewoon dwars door het dorp, totdat hij reageert. Bellen durf ik niet. Veel te ongemakkelijk.
Na 10 minuten vast te hebben gestaan op de markt tussen de kramen (“Sorry mevrouw, ik keek niet goed” ….“Sorry meneer, ja, ik ben inderdaad een wijf!” – zucht) vond ik mijn weg terug op, naar wat leek, de hoofdweg en als een wonder kwam ik bij een rotonde met, jawel, een hotel/restaurant. Na enig speurwerk, zijn auto. Made it. Niet te geloven.
Pling! “Ik ben er al. Kun je het vinden?”
Alweer zucht. Fijn, zo’n man. Hij komt me buiten tegemoet en neemt me mee naar het tafeltje op het terras, heerlijk in de zon. Gelukkig. Twee stoelen. Ik zorg ervoor dat het tafeltje netjes tussen ons in blijft en kijk naar mijn relaxt achterover leunende date tegenover me. De flitsen van drie dagen geleden druk ik ver weg naar het achterste van mijn brein en zowaar hebben we een gezellig ongedwongen samenzijn. Hij is eigenlijk ook best schattig. Jongensachtig bijna, terwijl hij toch al 55 is.
Het gesprek verloopt zeer ontspannen. Hij praat in het echt net zo open en eerlijk als op de chat. Ik heb daar wat meer moeite mee en erger me aan mijn soms onhandige blozen. Dat hij dit opmerkt en ook meteen benoemt, maakt dat ik me hierdoor net nóg wat ongemakkelijker voel. Waar is mijn grote bek?
Hij spreekt vol enthousiasme over zijn nieuwe huis en hoe hij bezig is met zijn tuin en de “ik kan het je wel even laten zien, het is hier direct achter,” beantwoord ik dan ook met een instemmende knik en een enthousiaste glimlach. Naïef.. Ik weet het. Mijn collega had gelijk. “Eef, je bent een fantastisch wijf, hebt vele talenten, maar qua mensenkennis op het gebied van de liefde heb je geen enkel benul. “ Second note to myself… Niemand vertellen dit.
Na een kort ritje, hij sprak de waarheid, staan we in zijn tuin en even later krijg ik een tour du casa. Hm, ik had het zelf in kunnen richten. Onze smaak is bijna identiek. De eettafel, de stoelen en zijn bankstel zijn nagenoeg hetzelfde. Wat grappig. Hij biedt me een kopje thee aan en ik stem in. Ik neem plaats op zijn bank en hij komt even later naast me zitten met twee mokken thee.
Wie drinkt er nou thee uit een mok? Heiligschennis! Ik maak er uiteraard een opmerking over (waarom toch, hou gewoon je mond dicht, arghhh?!?) en de schat schenkt de thee prompt in een theeglas.
Het maakt echter geen moer uit, want de thee is uiteindelijk koud geworden. Ik niet. Anderhalf uur lang liggen we op zijn bank te zoenen. ANDERHALF UUR. Twee keer verplaats ik zijn handen verplaatsen naar een niet verboden gebied. Als ik uiteindelijk met rode wangen, rode kin (van zijn stoppelbaard) en vol ongeloof weer in mijn auto zit, scheur ik haastig weg.
Ik ben een slet. Nu is het officieel. Dankbaar voor de drie kwartier die ik naar huis moet rijden, open ik enigszins hersteld de voordeur om vervolgens direct oog in oog te staan met mijn oudste. “Was het leuk, mama?” “Euh, ja, was wel gezellig” acteer ik nonchalant, om vervolgens een schaterende lach en een priemende vinger richting mijn gezicht gewezen te krijgen met de woorden: “OMG, jij hebt gezoend!! Roos, ROOOOOOOOOS, mama heeft gezoend met de cowboy!!!”
En daar staat ook Roos. Met het schaamrood op mijn kaken ben ik begonnen aan wat huishoudelijke klusjes, onderwijl te worden ondervraagd door de pubercommissie. Ontkennen heeft geen nut. Ik ben zo’n slechte leugenaar. Nuanceren is mijn enige optie.
Waar the hell ben ik in beland? Ik moet dit afkappen. Dit kan alleen maar ellende betekenen. Wordt niet vervolgd. (Denk ik?)

bron: pixabay.com 3258001