Maandag
Wat ik echt (écht!) een heel leuke bijkomstigheid vind van zoveel afvallen, is dat ik tegenwoordig soepeler dan soepel op hakken kan lopen. Het maakt dus kennelijk al het verschil dat er 35 kilo minder rust op de bal van mijn maat 36 voetjes. Meestal droeg ik alleen hakken als ik zeker wist dat ik niet ver hoefde te lopen, of als ik wist dat ik kon zitten. Sta-feestjes waren niet aan mij besteed.
Soms maakte ik een verkeerde inschatting en zo is het wel eens voorgekomen dat ik aan het eind van een chique bedrijfsborrel rondhobbelde op mijn panty. En geloof me, als je 1,60m bent dan valt 8 cm verschil heel erg op. Nu draag ik heel vaak hakken, misschien omdat ik ook veel meer jurken en rokjes draag. Moeiteloos loop ik er de hele dag op. Ik moet alleen nog oefenen met lopen, want volgens mijn zus stamp ik erop rond alsof ik sneakers draag. Van slanker zijn word je dus, kennelijk, niet automatisch gracieus en charmant. Ik werk er aan.
***
Donderdag
Ik mag weer voor de halfjaarlijkse controle naar de tandarts en dat gaat hier in het Westen gepaard met een uitgebreide sessie bij de mondhygiëniste. Een geweldig mens! Tijdens mijn eerste afspraak bij haar ontdekten we al dat onze roots in hetzelfde gebied liggen. Heerlijk om met iemand van hier te kunnen praten over mijn oude stad.
We hebben nog meer raakvlakken, want haar dochter heeft ook een GBP gehad. Zij is 2,5 jaar geleden geopereerd en 60 kilo afgevallen. Onvoorstelbaar veel. De mondhygiëniste vraagt hoe het met me gaat. Of ik ook zo worstel met gevoelens en onzekerheden. Haar dochter heeft alweer een serie gesprekken bij de psycholoog achter de rug en ze maakt zich zorgen over haar. Ze begrijpt maar niet waarom zo’n mooie meid het niet voor elkaar krijgt om lekker in haar vel te zitten.
Ik snap hoe haar dochter zich voelt en ik snap ook haar frustratie. Dat zeg ik haar dus ook. En ik geef aan haar aan dat ze haar dochter niet kan dwingen om zich anders te voelen over zichzelf. Dat als je je hele leven al verdriet hebt over je lichaam, dat niet zomaar uit je systeem is. Mijn mondhygiëniste kijkt naar me en zegt dat ze niet begrijpt waarom ik onzeker ben. ‘Je bent prachtig, meid, ongelofelijk dat je dat zelf niet ziet!’
Als ze klaar is met de behandeling wacht ik op de tandarts en ik zie mezelf in de spiegel zitten. Blond, slank, leuk jurkje, panty, laarzen en daarboven een uiterst vermoeid hoofd. Ik geloof dat het niet mijn lichaam is wat me een slecht gevoel bezorgd. Misschien moet ik weer eens wat meer gaan stralen. Ik ben kennelijk vergeten hoe dat moet.
***
Zaterdag
Mijn vriendin komt logeren en we besteden de zaterdag in de stad. Ik heb wat gespaard en een gratificatie gekregen op mijn werk, dus ik vind dat ik nu maar eens écht mag gaan shoppen. Mijn vriendin heeft zelf niets nodig, dus struint ze de winkel af op zoek naar leuke dingen voor mij. Zij is haar hele leven al slank en weet in welke winkels ik kan slagen.
Ik kom op plaatsen waar ik nog niet eerder ben geweest en zij vist wat spijkerbroeken van een tafel en zoekt er wat truien bij. Gedwee volg ik haar naar de paskamers waar ze me de kledingstukken in de handen drukt. Zelf past ze ook wat.
Vroeger droomde ik van winkelen met vriendinnen. Giebelend in een pashokje naast elkaar, ondertussen elkaars vondsten passend. Ik heb dat nooit gehad. In de winkels waar ik terecht kon, kochten zij niks. In de winkels waar zij leuke dingen vonden, paste ik niets. Nu is alles anders. Een trui die door haar wordt afgekeurd, wordt door het gordijn mijn kant opgegooid met de mededeling ‘pas jij eens’. Mij staat hij ook niet, maar ik kan hem wel aan! Sneu, maar dat is nogal een ‘ding’ voor mij.
Gelukkig heb ik alle ruimte om daar eens even lekker van onder de indruk te zijn, emotioneel te worden en mijn gevoelens te delen. In een winkel waar ik altijd met een boog omheen liep, omdat ik daar hooguit één been in een spijkerbroek kreeg, kijk ik nu om me heen met tranen in mijn ogen. Daar sta ik dan. Niet meer als de dikke vriendin van degene die hier wél wat kan kopen, maar als potentiële klant.
Ik pas alles in deze winkel, ik wil alleen niks kopen. Ik snap ook wel dat iemand die niet meer kan lopen moet dealen met veel ergere dingen, dan niet kunnen winkelen met vriendinnen, maar voor mij is dit nu even groots.
De dag is geweldig en ik ben enorm goed geslaagd. Eindelijk kan ik gewoon een trui aan zonder eruit te zien als een tientonner. Ik ben ontzettend dankbaar en blij. Los van een verbeterde gezondheid is dit ook waar ik het allemaal voor gedaan heb.
Wat hieraan vooraf ging: Mijn maat was vol (8) – I’m back!