
bron: eigen foto (FK)
Vreemdgaan, bier en hoempapa. Dat is waar voor veel mensen carnaval over gaat. Voor mij is carnaval nog zoveel meer dan alleen maar dat. Carnaval is het feest van de omgekeerde wereld. Iedereen gelijk. Als ik op zondagochtend om 10.00u uitstap op station Oeteldonk kijk ik uit over een massa mensen, allemaal gekleed in rood-wit-geel. Allemaal daar gekomen om onze de prins te ontmoeten. Gelijke kleuren voor iedereen, een kleine verandering met zoveel effect op hoe we ons gedragen.
Carnaval is ook het feest van ontmoeten, echt contact maken. Familie weerzien, lang vergeten vrienden. Of met vreemden een gesprek aangaan. Opeens maakt alles minder uit. Zingen, luidkeels. De liedjes die met aandacht en liefde gemaakt zijn over ’s-Hertogenbosch, de relaties, de prins en natuurlijk over carnaval.
Het zijn ook dagen waarin we politiek doen, hoe vreemd dat ook mag klinken. Een wethouder kan tijdens carnaval echt zien wat er onder de mensen leeft, door de optochten te bekijken. Daar geven mensen echt feedback over wat zij vinden van mislukte bouwprojecten, vermaarde steekpenningen en affaires.
En ja, er wordt gedronken met carnaval. Voor een deel is dat nodig, om de remmingen weg te halen. Om je over te geven aan het feest en de werkelijkheid, die na drie dagen weer om de hoek komt kijken, nog even weg te houden.

bron: eigen foto (FK)